dinsdag 20 oktober 2015

Vluchtelingen - geen kwestie van eenheidsworst


De aankondiging van een locatie voor tijdelijke vluchtelingenopvang in de Amstelveense wijk Kronenburg leek de afgelopen week op een ware Hoekse en Kabeljauwse twist binnen de Joodse gemeenschap in Nederland. Want ja, over de komst van 400 asielzoekers uit voornamelijk Syrië en Irak wordt uiteenlopend gedacht. En waarom ook niet? Joden zijn ook maar gewone mensen en zeker geen eenheidsworst.

De landelijke media smullen van zo’n interne strijd en, eerlijk is eerlijk, verschillende minder en meer prominente Joden leenden zich net iets te graag voor dit schouwspel. Ronnie Eisenmann, jarenlang voorzitter van de Joodse Gemeente Amsterdam en tegenwoordig VVD politicus in Amsterdam Zuid nam donderdagavond in het RTLZ-programma Dunk plaats tegenover journalist Max van Weezel (video vanaf minuut 15). Diens schrijvende dochter Natascha had dezelfde avond bij Pauw de studentenrabbijn Yanki Jacobs tegenover zich. In de Volkskrant van zaterdag ging het twistgesprek tussen dezelfde Max van Weezel en Ron van der Wieken, voorzitter van het Centraal Joods Overleg, de koepel van de gevestigde orde onder Joodse instellingen.

Zijn die meningsverschillen nu werkelijk zo diep? Dat valt best mee. De ene spreker is wat beter gebekt dan de andere, de ene wat naïever dan de andere, of uitgesprokener, maar over enkele essentiële punten lijken ze het allemaal met elkaar eens. Om te beginnen het uitgangspunt dat leidend is voor iedere zichzelf respecterende Jood: wees barmhartig voor de vluchteling. En ook het tweede punt: de door de gemeente Amstelveen voor opvang gekozen locatie – op een belangrijke verkeersader tussen de drukste Joodse buurten in Amstelveen en Amsterdam -  is ongelukkig. Waar gaan die meningsverschillen dan wèl over? Over angst en een gevoel van onveiligheid. En laten dat nu net punten zijn waarop iemand die die angst heeft en iemand die dat gevoel minder of niet heeft, de ander nooit zal kunnen overtuigen.

Die angst ligt bij sommigen diep. Ook ik ken dat gevoel me niet altijd en overal in Nederland even veilig te voelen. Op sommige plekken in de samenleving is antisemitisme nu eenmaal diep geworteld. Onder radicale moslims èn onder autochtone Nederlanders. En ook onder terroristen die ongemerkt ons land binnen komen uit andere delen van de wereld en kwaad in de zin hebben. Als de discussie dan gaat over de komst van mensen uit Syrië en Irak – landen waar de afgelopen 70 jaar Jodenhaat er bij de bevolking met de paplepel is ingegoten – in de enige Joodse omgeving die Nederland rijk is, dan mag daar best iets van gevonden worden. 

Dat die angst niet ongegrond is blijkt bovendien wel uit de stap die de Nederlandse overheid op initiatief van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid heeft gezet door bij de Joodse scholen politiehuisjes en zwaarbewapende leden van de Koninklijke Marechaussee te plaatsen. Als je kinderen op de Joodse scholen hebt zitten, of je bezoekt dagelijks of wekelijks de synagoge, of je doet boodschappen in de kosjere winkels en eet in kosjere restaurants, dan is die angst simpelweg reëel. Geef je een andere invulling aan je Jodendom, dan ken je dat gevoel wellicht veel minder of misschien wel helemaal niet. En waar dat voor Joden onder elkaar opgaat, geldt dat al des te meer voor de niet-Joodse Nederlander. Want laten we wel wezen, de gemiddelde tv-kijker of krantenlezer in ons land kan zich (gelukkig) helemaal niet verplaatsen in die angst en in dat gevoel van onveiligheid van Joden die als zodanig herkenbaar - bijvoorbeeld vanwege een keppeltje - over straat lopen. En kunnen daar dan ook geen begrip voor opbrengen. Alleen al daarom is het jammer dat de Joods-interne polemiek voor het oog van de landelijke media wordt uitgemeten.

Ook is er de vraag: wie zijn die mensen die breeduit hun meningen verkondigen? Onder andere een politicus, een schrijfster, een journalist en een bestuurder van een koepelorganisatie. Stuk voor stuk mensen die niet kunnen stellen dat ze namens alle Joden spreken. Dat is altijd moeilijk, want vaak wordt wel de indruk gewekt dat zij namens een groep Joden of alle Joden spreken. 

Voor wat het waard is: ook ik heb een eigen hoogstpersoonlijke mening: alle mensen die op de vlucht zijn voor vervolging moeten een warm welkom krijgen in Amstelveen en in heel Nederland. En: op de landelijke en lokale overheid rust de plicht om ervoor te zorgen dat er geen twijfel bestaat over de aard van de vluchteling (uitdrukkelijk niet economisch, dus), over zijn of haar bedoelingen in ons land en de bereidheid om de vrijheid van godsdienst, meningsuiting en geweten, zoals wij die in onze samenleving koesteren en uitdragen, zonder meer te omarmen. 

Dit alles betekent in het geval van de gemeente Amstelveen ten aanzien van het verontruste deel van de Joodse gemeenschap een zware verantwoordelijkheid. Namelijk om zich van deze zaken te vergewissen, zodat iedereen, ongeacht zijn of haar achtergrond, deze mensen daadwerkelijk met open armen kan ontvangen. Het is aan de overheid om ervoor te zorgen dat reële angsten – ongeacht of anderen zich daarin kunnen verplaatsen - niet bewaarheid worden. Want ook voor vluchtelingen geldt: het is niet allemaal eenheidsworst.