donderdag 6 oktober 2016

Amsterdam zet Joodse erfpachtdossiers bij grof vuil

Dat het Joodse erfpachtdossier een storend hoofdpijndossier is geworden voor Eberhard van er Laan is inmiddels wel duidelijk. In 2010 stuitte een studente tijdens het digitaliseren van oude dossiers op naoorlogse documenten die getuigden van het innen van erfpacht aan Joden die tijdens de bezettingsjaren ondergedoken en in concentratiekampen hadden gezeten. Sindsdien klopt het dossier als een zeurende migraineaanval door het hoofd van de Amsterdamse burgemeester.
De jongste pijnscheut wordt veroorzaakt door de vernietiging van juist die archiefstukken die zo schrijnend de ambtelijke cultuur van de jaren van wederopbouw zichtbaar maakten. (‘Joodse erfpachtdossiers per ongeluk vernietigd’, Het Parool 5-10-2016). Een ‘pijnlijke fout’ noemt Van der Laan het bij het grof vuil zetten van de 480 dozen die de originele stukken bevatten die getuigen van de navrante Gründlichkeit van de gemeentelijke dienst die in de naoorlogse periode zo onwrikbaar was geweest tegen Joodse huiseigenaren wier vervolging geen aanvaardbare grond voor kwijtschelding bleek.
Dat de hoofdstedelijke burgemeester zelf de beste bedoelingen heeft gehad en nog steeds heeft met het schoonpoetsen van deze historische schandvlek, blijkt wel uit de moeite die hij zich heeft getroost om een bedrag van tien miljoen euro te laten terugvloeien naar de Joodse gemeenschap. Weliswaar niet deels individueel naar (de nabestaanden van) de direct betrokkenen, zoals die gemeenschap bij monde van het Centraal Joods Overleg had voorgesteld, maar toch. Al in 2013, toen de kwestie van de inning van achterstallige erfpacht onder Joodse Amsterdammers via de pers aan het licht kwam, veroordeelde hij de naoorlogse aanpak van de gemeente. De collectieve uitkering aan de Joodse gemeenschap die hij dit jaar door de gemeenteraad loodste, onderstreept de resolute en daadkrachtige wijze waarmee hij dit netelige dossier van z’n bureau wil vegen.
Dat de bewust afgezonderde Joodse erfpachtdossiers ondanks alle aandacht nu verloren blijken te zijn gegaan, komt aldus Van der Laan onder meer door ‘gebrekkige controle’. Zou het? Nog een mazzel dat de vernietigde stukken wel eerst waren gedigitaliseerd voordat ze werden weggegooid, een omstandigheid waarvoor de burgemeester het lot – misschien zelfs zíjn lot – dankbaar voor moet zijn.
Want zo behendig als Van der Laan dit dossier door het stadhuis laveerde, zo klungelig lijkt het ambtelijke apparaat op het eerste gezicht met dezelfde materie om te gaan. In het gunstigste geval is dat de conclusie na de mysterieuze verdwijning van deze gevoelige stukken. Maar wie minder coulant tegen de handelwijze van de betrokken ambtenaren anno 2016 aan wil kijken, ontwaart daarin een desinteresse, misschien wel een bepaalde arrogantie of mogelijk zelfs een bewuste minachting voor het dossier van de Joodse erfpacht. Eenzelfde minachting als 70 jaar geleden medewerkers en leidinggevenden van het naoorlogse Grondbedrijf bleken te hebben voor het lot van degenen die uit hun Amsterdamse huizen werden verdreven, met als gevolg de rücksichtslose jacht op de erfpacht, die Van der Laan zo treffend beschreef als ‘formalistisch, bureaucatisch en kil’.

Dat na de terechte ophef over de Joodse erfpachtkwestie de tastbare, originele bewijsstukken van de pijnlijke bejegening van teruggekeerde Joodse Amsterdammers alsnog in een vernietigingsoven zijn geëindigd, heeft een saillante symboliek die niet aan iedereen voorbij zal zijn gegaan.

vrijdag 29 juli 2016

Geef antisemieten en andere haters vooral een podium

De Nederlandse samenleving is op het gebied van vrijheid en tolerantie de afgelopen vijftien jaar nogal veranderd. Ik noem dat aantal jaren bewust, omdat de aanslag die vervloekte dag in september 2001 op onder meer de Twin Towers in New York een keerpunt is geweest in dit land als het erom gaat hoe we over minderheden denken. En dan vooral als die minderheden nogal wat noten op hun zang hebben en dingen zeggen die anderen niet welgevallig zijn, ondankbaar klinken en soms ook simpelweg haatdragend klinken en zijn.

In Nederland hebben we gelukkig geen terreuraanslagen meegemaakt zoals die de afgelopen weken, maanden en jaren wel hebben plaatsgevonden in respectievelijk Duitsland, België en Frankrijk. Afkloppen. Maar helaas realiseert ieder weldenkend mens zich dat dit slechts een kwestie van tijd is.
Waar we wel vaak genoeg mee te maken hebben gehad zijn demonstraties van boosheid en zelfs van haat en racisme. Van tegenstanders van Zwarte Piet, tegenstanders van asielzoekerscentra en vooral ook van Jodenhaters, die steeds vaker verstoppertje spelen achter het gebruik van termen als Zionisme, Apartheid en afkeer van de Israëlische politiek. Om aan deze haat uiting te geven lopen ze dan met spandoeken die - al dan niet in een taal die ze bij de NOS en het Openbaar Ministerie niet kunnen lezen - met deze boodschappen te koop in zogenaamde vreedzame demonstraties. Te denken valt aan uitspraken als 'Fuck de Talmoed' op de Dam en de oproep tot 'dood aan de Joden' in de Haagse Schilderswijk.

Nu is er de voormalige schreeuwlelijk, tegenwoordig gladde prater, Dyab Abou Jahjah, die door de VPRO is uitgenodigd voor de seizoensopener van het veelbekeken programma Zomergasten. Veel mensen met gezond verstand reageren begrijpelijkerwijs stomverbaasd dat een hater (die zich als typische wolf in schaapskleren vermomt als 'spraakmakende columnist', bruggenbouwer en wereldverbeteraar) van dit formaat de gelegenheid krijgt om drie uur lang een groot publiek op kosten van de belastingbetaler te laten delen in zijn visie op de wereld. Ik sluit niet uit dat hij op charmante wijze een heleboel mensen zal weten mee te krijgen tijdens het oplepelen van beelden, filmfragmenten en verhalen die getuigen van een oneerlijke wereld.

Toch ben ik dusdanig voorstander van het vrije woord dat ik vind dat zelfs uitschot als Jahjah moet kunnen zeggen wat hij wil, zolang hij daarvoor woorden gebruikt die wij allemaal kunnen verstaan. Net zo als ik vind dat ander uitschot moet kunnen zeggen geen liefhebber te zijn van de Talmoed, van de Staat Israël of zelfs van Joden. Zij hebben namelijk - binnen de kaders van de wet - het recht op het delen van hun verwrongen ideeën. Door ze daarover vrijuit te laten vertellen, komt hopelijk het drab en de smurrie die achter hun mooie woorden schuil gaat bovendrijven naar de oppervlakte en kan men daar van kennis nemen.

Wat me veel meer stoort dan de herkenbare haters, zijn de mensen die laffe smoesjes gebruiken om goed te praten waarom zij de haters aan het woord laten. Want zij doen dat niet vanwege dat vrije woord dat ik zo graag wil helpen verdedigen, maar verstoppen zich achter woorden die nog veel erger zijn dan van die haten. Wat te denken van Jurgen van Uden, dit jaar eindredacteur van Zomergasten, die ter verdediging van de keuze van Jahjah zegt: "Hij heeft interessante ideeën over stad en samenleving, heeft een rijk visueel geheugen en hij is een vlotte prater." Zeg dan gewoon eerlijk: we willen de boel prikkelen door hem aan het woord te laten. Dan komen we dichter bij de werkelijke bedoelingen van de programmamakers, die hiermee de verdenking op zich laten de werkelijke latente haters te zijn.

Er is nog een reden om mensen als Jahjah een podium te geven. Het zal namelijk interessant zijn om vast te stellen hoeveel mensen straks zullen laten horen dat hij eigenlijk zo erg niet is. Die onder de indruk zullen zijn van zijn gladde praatjes en voorbij gaan aan de dingen die hij onder andere omstandigheden heeft gezegd en geschreven toen hij nog bezig was langs meer militante weg naam te maken onder de haters in België en Nederland. Om vast te stellen uit welke hoeken de adhesiebetuigingen voor Jahjah allemaal naar buiten komen kruipen. Als dat soort sympathieën naar boven komen, weten we pas echt hoe laat het is in Nederland. Dan weten we of diegenen - mezelf incluis - die al enige tijd roepen zich steeds onbehaaglijker te voelen in Nederland, daar aanvullende reden voor te hebben.

Dus ja, geef mensen als Jahjah een podium. Het wordt tijd voor de samenleving om kleur te bekennen: staan wij achter de haters die zich als wolven hullen in schaapskleren? Of staan we voor de bescherming van degenen die gehaat en bedreigd worden èn tegelijkertijd voor het vrije woord? Want die twee gaan voor echte liefhebbers van democratie en vrijheid hand-in-hand.