dinsdag 9 oktober 2012

Jodendom en Islam niet op één hoop bij jongensbesnijdenis*

In De Volkskrant (Ritueel) van 6 oktober (“Hoe bang mijn besnijdenis mij maakte”) komt Said El Haji tot de ontdekking dat hij schade heeft ondervonden als gevolg van zijn besnijdenis. 

Zijn behoefte aan afzondering kwam niet voort uit individualisme, weet hij nu zijn moeder hem onlangs uit de droom heeft geholpen: sinds hij twee jaar oud was, begon hij namelijk te huilen zodra hij mensen zag en dat komt doordat hij hen associeerde met de pijn die hem bij zijn besnijdenis was aangedaan.

Voor alle duidelijkheid, ik ben zelf ook besneden en daar ben ik geenszins rouwig om. […] Ik ben volmaakt onverschillig wat mijn besneden piemel betreft. Het betekent gewoon helemaal niks. En dat is nu juist de reden dat ik bezwaar maak. Want wat heeft een ritueel voor zin als het geen betekenis heeft?”

Dat El Haji zijn zoon niet liet besnijden, zoals hij in januari uitlegde, lijkt me met deze beredenering geheel terecht. Maar waarom moet hij negen maanden later plotseling de Joden erbij halen om zijn overtuiging kracht bij te zetten?
Onder nabestaanden van de Holocaust wordt voorhuidsbesnijdenis zelfs gezien als wraak op Hitlers poging om de joden uit te moorden.”
Hij slaat hier de plank volledig mis. Als hij de holocaust er dan toch bij wil halen (dat had een Joodse schrijver moeten proberen!), dan was het dichter bij de waarheid geweest om te stellen dat onder veel overlevenden van de holocaust de viering van het Jodendom (in al zijn verschijningsvorm, inclusief de praktijk van jongensbesnijdenis) wordt beschouwd als een overwinning op Hitlers poging het Jodendom uit te roeien. Joden zijn een volk dat mislukte uitroeiïngspogingen viert (Een bekend Joods grapje luidt:“They tried to kill us, we survived; let’s eat!”), niet een van wraak.

Ook sleept hij het Jodendom er bij de haren bij om maar aan te tonen dat Joden en Moslims van hetzelfde laken een pak zijn. Nu ben ik een groot voorstander van het benadrukken van de overeenkomsten tussen Moslims en Joden, om zo meer begrip voor elkaar te kweken.. Maar wat El Haji hier doet is misleidend. Ja, Joden en Moslims besnijden hun zonen. Maar inhoudelijk is de praktijk duidelijk anders. Op eenzelfde demagogische manier heeft men bij de Partij voor de Dieren willen stellen dat Joden en Moslims op dezelfde manier dieren slachten. In beide gevallen geldt dat de praktijk lijkt voor een leek en op het eerste gezicht hetzelfde lijkt, maar dat er inhoudelijk grote verschillen zijn.

Laat ik me in dit geval beperken tot de voorhuidsbesnijdenis:
·         Om te beginnen vindt die bij Joden plaats op de 8e dag na de geboorte. Bij Moslims gebeurt dit in de meeste gevallen als het kind ouder is en al kan praten en lopen, soms op de leeftijd van twee (zoals kennelijk bij El Haji het geval was) maar vaker op 5-, 6- of 7-jarige leeftijd of zelfs ouder.
·         Bij Joden is de jongensbesnijdenis terug te voeren op dat ene heilige boek, de Thora, waarin God aartsvader Abraham gebiedt om zichzelf te besnijden evenals zijn zonen. Voor de volgende generaties moet dat op de 8e levensdag gebeuren. Bij Moslims ligt het ingewikkelder. De verplichting om zonen te besnijden staat niet in de Koran, maar komt in mindere geschriften aan de orde. En van duidelijke tijd- en regelgeving is al helemaal geen sprake.
·         Tenslotte degene die de besnijdenis uitvoert. Binnen het traditionele Jodendom mag dit alleen gebeuren door een moheel, iemand die daartoe speciaal is opgeleid en protocollen volgt. Binnen de Islam gelden ook ten aanzien van dit punt geen strikte regels.

Het is dus zeer goed mogelijk dat El Haji pijn heeft ondervonden toen hij twee was. En ongeacht of hij er nu nog last van heeft (je zal er maar een succesvol schrijver door zijn geworden!), in zijn cultuur is het inderdaad goed mogelijk dat je je als kind goed bewust bent en blijft van dat moment. En dat je daar als volwassene twijfels over hebt. Zeker als je vindt, zoals hij, dat besnijdenis van geen enkele betekenis is.

Anders is het voor Joden gesteld met de b’rith milah. Dit betreft een gebod dat volgens het geloof direct afkomstig is van God. Uit te voeren op de 8e levensdag, wanneer een kind zich nog van niets bewust is, maar de ouders des te meer. En uitgevoerd door een deskundige. Hierin verschillen het Jodendom en de Islam dus inhoudelijk.

Laat El Haji vooral naar zijn eigen piemel kijken om te beargumenteren waarom hij zijn zoon niet heeft besneden en wat zijn moeder ervan vindt. Maar het is onnodig om anderen met oneigenlijke argumenten voor zijn karretje te spannen en af te vallen om uit te leggen waarom hij in januari nog geen last had van zijn besneden piemel en in oktober wel.

* Een verkorte versie van dit weblogbericht verscheen op 9 oktober 2012 onder de kop "Besnijden" als ingezonden stuk in De Volkskrant.