zaterdag 25 augustus 2012

Bananenrepubliek - of: Curaçao, quo vadis?

Mensen die mij langer dan - pakweg - 15 jaar kennen, weten dat ik een eerder leven had voordat ik in 1998 met mijn gezin naar Nederland terugkeerde. Op Curaçao bestuurde ik met twee van mijn broers de "Ritz" een groot - door onze grootouders opgericht - productiebedrijf dat meer dan 50 jaar de heerlijkste ijsjes en vruchtensappen van het eiland maakte. Maar ook op andere fronten was ik nogal een druk baasje. Zo raakte ik naar aanleiding van een wekelijkse column die ik voor de Beurs- en Nieuwsberichten schreef, in 1993 betrokken bij de oprichting van een politieke partij, de PAR, die in 1994, enkele maanden na de oprichting, de grootste verkiezingsoverwinning in de Antilliaanse geschiedenis behaalde en regeringsverantwoordelijkheid ging dragen. Mijn politieke mentor en latere buurman, Miguel Pourier, werd Minister-President. Een jaar later vroeg hij me op de kieslijst voor de verkiezingen van de Eilandsraad te gaan staan en zo werd ik in juni 1995 lid van het Curaçaose parlement, de voorloper van wat nu de Staten van Curaçao heet. En over die Staten wil ik het graag even hebben.

"Mijn" toenmalige partij, de PAR, heeft tussen 1994 en 2010 bijna onafgebroken geregeerd. Na Pourier, hebben Etienne Ys en Emily de Jongh-Elhage als premier de Antillen kundig bestuurd. En ondanks dat ze de grootste partij waren, verhinderde een gelegenheidscoalitie in 2010 de PAR na de opsplitsing van de Antillen op 10-10-10 om in de regering terug te keren. In het anderhalf jaar sindsdien is de kwaliteit van de Curaçaose politiek met rasse schreden achteruit gegaan. Het hoofd van de Veiligheidsdienst (die niet alle kandidaat-ministers woor hun post wilde goedkeuren) en andere onwelgevallige topambtenaren werden ontslagen. Er loopt een justitieel onderzoek tegen de Minister van Financiën, Nederland heeft het eiland onder financiële curatele gesteld en enkele weken geleden liepen - net als in Nederland - parlementariërs van coalitiepartijen weg en verloor de coalitie zijn meerderheid in de Staten (de Curaçaose Tweede Kamer). Premier Schotte schreef nieuwe verkiezingen uit en sindsdien is zijn kabinet demissionair.

Oppositiepartijen - waaronder de PAR - proberen nu in de Staten een motie van wantrouwen in te dienen tegen ministers in het Kabinet-Schotte om zodoende te bewerkstelligen dat zij nog voor de verkiezingen van het toneel verdwijnen. Deze week gaf Statenvoorzitter Ivar Asjes (van de coalitiepartij PS) er tot twee keer toe blijk van het niet zo nauw te nemen met de parlementaire democratie op het eiland.  Statenlid Marilyn Alcala-Wallé, die tijdens de eerste Statenvergadering na het zomerreces de motie van wantrouwen aan de orde wilde stellen, werd met sterke arm uit de Statenzaal verwijderd. Vervolgens verklaarde Asjes dat de Staten waren "ontbonden" en dat hij niet zou meewerken aan een "staatsgreep" door een dergelijke motie te behandelen. Hij beriep zich daarbij op de reglementen en het advies van zijn hoofd Juridische Zaken. Voor de duidelijkheid: het parlement is sinds de val van het kabinet iedere kans ontnomen om in vergadering bijeen te komen.

Feitelijk is het Statenvoorzitter Asjes die hier een staatsgreep heeft gepleegd. Niet alleen heeft hij het hoogste gezag - het parlement - monddood gemaakt, hij heeft daarbij oneigenlijke middelen gebruikt. Hij liegt ook over de status van de Staten. Deze zijn helemaal niet ontbonden. Het kabinet heeft besloten de Staten te zullen gaan ontbinden, hetgeen de vorm is om verkiezingen uit te schrijven. Het parlement is feitelijk pas ontbonden wanneer de nieuw gekozen Staten in functie is. Tot die tijd hebben de huidige Staten dezelfde rechten als voordat het Kabinet-Schotte demissionair werd. Dit Kabinet is als gevolg van zijn demissionaire status wèl beperkt in zijn bevoegdheden en mag tot aan de verkiezingen alleen over dringende zaken beslissen. Het is niet anders dan in Nederland momenteel het geval is.

Terwijl Asjes schermt met de leugen dat de Staten zijn ontbonden, blijft het op het eiland stil. Dat wil zeggen, Statenleden van de oppositie morren wel en ook de invloedrijke Vereniging Bedrijfsleven Curaçao spreekt schande van de situatie, maar voor het overige is het vooral stil. De feitelijke coup van Asjes - die zijn vriendjes in het Kabinet probeert te behoeden voor een nog vroegere exit - wordt stilletjes geaccepteerd alsof het een normaal instrument is dat hij hanteert om de democratie stil te leggen. Terwijl zijn acties niets minder zijn dan een verkrachting van die democratie en van de rechtsorde op het eiland. De man zou moeten worden aangehouden wegens het plegen van de staatsgreep die hij zo listig zegt te willen voorkomen. Waarom start niemand op Curaçao een kort geding om de democratische werking van het parlement te garanderen? Waar zijn de geleerden en de slimmeriken, die ik weet dat het eiland rijk is?

Het antwoord is dat op dit moment de angst op Curaçao regeert. Op 19 oktober a.s. worden verkiezingen gehouden en de eilandbewoners hopen dat daarmee een einde komt aan de politieke terreur, het nepotisme  en de bestuurlijke wandaden die Schotte en zijn kompanen in anderhalf jaar tijd hebben weten aan te richten, waardoor het eiland weer 20 jaar terug is in de tijd. Het bevechten van mensen als Asjes zou wel eens een lont in het kruitvat kunnen zijn waar iedereen sinds de onlusten van 30 mei 1969 (de dag van revolte en brandstichting die een sociale en politieke omwenteling voor het eiland betekende) zo bang voor is. Het te hard uiten van de boosheid die er onder de bevolking leeft, kan wel eens een herhaling van die onlusten tot gevolg hebben, zo vreest men, en dat wil niemand op zijn geweten hebben.

En dus verkeert Curaçao momenteel in de wurggreep van populistische despoten. Voer voor Nederlandse skeptici en de engerds van de PVV om het eiland te omschrijven als een bananenrepubliek. En onder deze omstandigheden kan ik ze geen ongelijk geven. Jarenlang heb ik me geërgerd aan die term, die onder het premierschap van integere mensen als Pourier, Ys en de Jongh-Elhage geen recht deed aan de positieve koers die werd gevaren om de Antillen op eigen benen te laten staan. Maar vandaag concludeer ik dat de angst die op Curaçao leeft, het eiland inderdaad heeft gemaakt tot een ware bananenrepubliek.

Aan mijn vrienden op Curaçao zeg ik: sta op en laat niemand de democratie die we geërfd hebben van Nederland en waar we ons jarenlang voor hebben ingezet, in zo'n korte tijd - nee, nooit! - te grabbel gooien.