zaterdag 23 juni 2012

Communicatie? ROFL!


Everything old is new again.
Na zeven jaar pak ik het bloggen weer op. Never a dull moment* noemde ik die gedachten toen. What’s new? Ervaringen rijker, illusies armer en ik heb af en toe nog wel eens iets dat ik kwijt wil. Het idee dat u zo'n stukje wel zou willen lezen is ego-strelend. Dus ga ik zo nu en dan weer iets van me laten horen. In zo’n 500-600 woorden. Minder is gewoonweg niet te doen.
In die zielige 140 leestekens (grofweg 20 woorden) die Twitter ons toebedeelt, komen de wereldbeschouwingen die ik van me af wil schrijven moeilijk tot hun recht, merk ik. En ze worden vaak ook nog eens verkeerd begrepen, waardoor ik veel meer bezig ben met m'n tweets uit te leggen dan m’n bedoeling was. Zo leidt een tweet van mijn hand regelmatig tot DM’s (ook slechts max. 140 leestekens, ...waarom???), vervolgens tot uitgebreide emails (heerlijk, die ruimte!) en tenslotte - voordat de ruzie geheel uit de hand loopt - tot het plegen van een telefoongesprek. Everything old is new again.

Wat zijn we eigenlijk opgeschoten met die digitale revolutie? Ik ben met communiceren veel meer tijd bezig dan dat het me heeft opgeleverd. Sterker nog, ik denk dat ik honderd keer meer tijd steek in m’n sociale communicatie dan in 1989, toen ik het op m’n eerste werkplek qua langeafstandsberichten nog met slechts een telex (die ging er net zo’n beetje uit), een fax (ze bestaan nog!) en 100 MB harde schijfruimte (dat is ongeveer één-honderdduizendste van wat ik nu tot m’n beschikking heb) moest doen. Opa vertelt.

Iets  verder terug in de tijd (we spreken nu 1982) studeerde ik Communicatie. Communicatie! Haha! LOL! ROFL! Wat een timing. Nee, dat communicatie vooral een digitaal fenomeen zou worden, wisten mijn leermeesters me nog niet in te fluisteren. Blind leren typen was eigenlijk nog het beste advies dat ik van hen meekreeg. Op de universiteit ging dat overigens nog met een IBM Selectric. Maar thuis werkte ik inmiddels op een "kleine" Brother tekstverwerker, die je in staat stelde de laatste 12 leestekens van wat je aan het tikken was, te corrigeren, voordat ze op het papier werden vereeuwigd. Cool. Ja, zo’n early adopter was ik al, mensen!

In 1990 was er m’n eerste mobiele telefoon, een Motorola model diepvriezer. Toen was de beer los en is de ellende pas goed begonnen. Bij iedere nieuwe technologische ontwikkeling, heb ik mij in de winkel gemeld. Voor de kleine Motorola Flip-phone betaalde ik in 1993 zo’n 3500 Antilliaanse Guldens (een godsvermogen, naar welke valuta je het ook wil converteren), en ieder nieuwtje sindsdien, inclusief de Blackberry, de iPad en de iPhone heb ik niet kunnen weerstaan. Ik was een relatief vroege Facebooker (november 2007) en Twitteraar (april 2009) en als de volgende beweging zich voordoet, kan ik me waarschijnlijk weer niet bedwingen.

Maar wat brengt het me? Vooral meer drukte voor mezelf en irritatie bij m’n vrouw, als we op de bank zitten. En bij m’n schoonouders, als we zitten te eten in een goed restaurant. En bij op-zich-hele-aardige-mensen met wie ik in principe in gesprek ben, maar die me niet weten te boeien met hun gebrabbel.
Veel begrip voor de sociaalmediagenieke mens is er in deze kringen niet. In de ogen van deze Twitterfoben ben ik een in mezelf gekropen, contactgestoorde geek. En dat terwijl ik juist zo fantastisch sociaaldigitaalcommunicatief bezig ben! Een bizarre paradox eigenlijk. En misschien ook wel lachwekkend. Op een eigenaardige manier. Toch?

© David Serphos
*Druk op de gekleurde woorden voor uitleg.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten