
Het
beeld werd in 1928 door de Nederlandse beeldhouwster Gerharda Rueb vervaardigd
en verwelkomt de bezoekers met wat weinigen zullen herkennen als de Olympische
groet (the Olympic salute). In 1936 zorgde deze groet nog voor de nodige
verwarring, toen tijdens de Olympische Spelen de Franse atleten bij binnenkomst
in het stadion van Berlijn deze groet uitbrachten. Cineaste Leni Riefenstahl
gebruikte de beelden vervolgens in de Nazi-propagandafilm Olympia (1938) waarin het leek
alsof de sporters de Hitlergroet uitbrachten. De groet en de manier waarop deze
wordt uitgebracht is nagenoeg identiek.
Vandaag
nog is de Olympische groet een officieel symbool van de Olympische Spelen. Het
Internationaal Olympisch Comité heeft de groet namelijk nooit afgedankt. Het
behoort, net als de Olympische vlag met de 5 ringen, de vlam en het Olympische motto
(Citius, Altius, Fortius – sneller, hoger, sterker) tot de officiële symbolen van de Spelen.
Na de Tweede
Wereldoorlog is de Olympische groet om begrijpelijke redenen in
onbruik geraakt. Maar anno 2014 zou het zomaar kunnen dat sporters,
aangemoedigd door het land waar zij voor uitkomen, deze groet herintroduceren.
En het Olympisch Comité zal daar niets tegen kunnen doen. Het is dat Mahmoud Ahmadinejad
niet meer de scepter zwaait over Iran, maar een willekeurige holocaustontkenner
als hij zou het in zijn hoofd kunnen halen om deze verwarrende heilsgroet te
laten uitbrengen. En wat vinden we daar dan met z’n allen van? Het kalf zal dan
al zijn verdronken.
Met de
Olympische Winterspelen in Sotsji in aantocht, roep ik het Nederlands Olympisch
Comité op om zich bij het IOC in te zetten voor het opheffen van de Olympische
groet als officieel symbool van de Olympische Spelen. Tegelijkertijd roep ik de
Gemeente Amsterdam en het Stadsdeel Zuid op om het fraaie standbeeld van Gra Rueb
een nieuwe bestemming te geven - bijvoorbeeld een museum – waar het met respect
en de nodige uitleg kan worden tentoon gesteld. Op de plaats waar het nu staat
roept het – misschien ten onrechte, maar niettemin - bij veel Amsterdammers en
toeristen vooral associaties op met de zwartste periode in onze moderne
geschiedenis.